Chitwan

4 februari 2014 - Chitwan National Park, Nepal

Na de drukte en chaos in Kathmandu was het tijd voor iets anders, nl. Het nationaal park van Chitwan, op zo'n 165 km van Kathmandu. Dit lijkt niet ver, maar tijdens onze mountain flight zagen we al hoe bergachtig Nepal is, dus de busrit doorheen de bergen duurde maar liefst 6uur. We hoorden gelukkig pas achteraf dat dit de gevaarlijkste weg is van Nepal!

Het is vakantie voor de Chinezen en dat is duidelijk.. Overal zie -maar vooral hoor- je Chinezen. Ze waren dus ook alomtegenwoordig tijdens onze busrit. Behalve luidruchtig zijn ze ook nog es onbeschoft en hebben ze geen respect voor anderen. Toch wel jammer!

Bij aankomst in Chitwan gingen we op zoek naar een plek om te slapen. We kregen via vrienden de tip om te slapen in bamboehutjes, dus na even zoeken vonden we ze. Daar hadden we de keuze tussen 2 soorten hutjes, de ene bamboehutjes stonden boven de rivier en hadden geen elektriciteit en de andere stonden er schuin achter en daar had je wel elektriciteit,  dus we kozen de laatste. We mochten een hutje kiezen en hadden een supermooi uitzicht over de rivier. We zouden hier 2 dagen verblijven met als hoofddoel het nationaal park. Dit draaide iets anders uit, want de eerste avond dat we er waren, bleek dat Joyce een voedselvergiftiging had opgelopen. Er kwam snel een dokter naar ons hutje en die heeft haar gelukkig goed en snel kunnen behandelen.

De dag erna was ze nog steeds niet de oude, dus deden we het rustig aan en boekten we toch een jeeptoer voor de volgende dag. De rest van de dag brachten we door in en rond ons hutje. De zon scheen opvallend weinig in Chitwan, waardoor de hutjes ook niet echt opwarmden. Als we binnen zaten, kropen we dus steeds goed aangekleed onder ons deken en konden we alleen maar dromen van een shortje of topje. 

De derde dag sliepen we uit, gingen laat ontbijten en vertrokken we richting het punt waar we zouden beginnen met de jeepsafari. We stonden wat te babbelen met een Engelse toen er plots 4 Chinezen aankwamen. Ze waren ook weer luid (what's new, pussycat?) en een van hen had een fototoestel mee met een lens van minstens een halve meter (ik zet de foto er ook even op, dan zien jullie dat ik echt niet overdrijf). Ik ben er zeker van dat hij prachtige foto's kan maken met het toestel, maar gemakkelijk kan het toch ook niet zijn. En hoe kan het ook anders, we zaten in dezelfde jeep als die 4 Chinezen. We moesten eerst met een bootje naar de overkant varen, want daar stonden de jeeps. Daar begonnen ze al op ons systeem te werken door de hele tijd heen en weer te wiegen en Hallelujah te roepen (ze waren allemaal tussen de 30 en 40). We konden in de jeep gelukkig een zitje vooraan bemachtigen, zodat we niet de hele tijd moesten kijken op een grote lens en ook echt dingen konden zien. Maar dit was zonder die Chinezen gerekend. Die hebben de hele middag lawaai gemaakt, waren onbeleefd tegen de gids, luisterden niet als hij iets zei en wilden van elke vogel 20 (dezelfde) foto's nemen. Wij kwamen naar het park om wilde dieren te zien zoals neushoorns, olifanten, tijgers, beren, herten, krokodillen, .. maar wat we zagen was olifanten (nog niet eens wilde), herten, krokodillen en veeeeeeeel vogels (dezelfde soorten die we thuis ook hebben). Normaal heb je ook veel kans om neushoorns te zien, maar dan kom je er beter zonder Chinezen denk ik. We baalden dus wel wat wanneer we terugreden naar het beginpunt. De gids vertelde ons nog dat de neushoorns 's avonds rond 21 uur altijd de rivier oversteken, maar er hing zoveel mist, dat we niets hebben gezien.

Onze volgende stop in Nepal is Pokhara. Laat ons hopen dat daar wat minder Chinezen zijn.

Foto’s